Kan Google AI-winkelen winnen?
%20(1).jpg)
Google heeft jarenlang in stilte AI geïntegreerd in het winkeltraject - van gepersonaliseerde productsuggesties tot visueel zoeken - maar zonder een conversatie-interface voelde het als passieve optimalisatie, niet als nieuw gedrag. Nu, met de verschuiving naar zoeken op basis van dialoog, wordt AI een zichtbare, emotionele laag in commercie.
ChatGPT wekte al vroeg interesse op door interactie te zien als iets intuïtiefs en mensachtigs. Het gaf mensen het gevoel dat ze werden geleid, niet dat er aan hen werd verkocht. Google komt binnen met schaalgrootte en vertrouwen, maar staat voor een cruciale uitdaging: kan het dat vertrouwen behouden en tegelijkertijd commerciële prioriteiten in evenwicht houden? Als de conversatieresultaten een afspiegeling worden van de traditionele pay-to-play-zoekfunctie, dreigt de ervaring als transactioneel en niet als gepersonaliseerd aan te voelen.
De kans ligt in het overstappen van relevantie naar resonantie - gebruikers niet alleen helpen ontdekken wat populair is, maar wat bij hen past. Dat vereist culturele spreekvaardigheid: het vermogen om smaak, toon en timing te begrijpen. Voor merken is deze verschuiving ingrijpend. Het is niet langer voldoende om te ranken of te retargeten - nu moeten ze verschijnen op manieren die contextueel zinvol en emotioneel intelligent zijn.
Het is onvermijdelijk dat reclame deze ruimtes zal betreden, maar de formats moeten evolueren. De meest effectieve merkinteracties in AI-gestuurde handel zullen niet onderbreken - ze zullen informeren, begeleiden en afstemmen op de intentie van een gebruiker. Dit is meer dan een verschuiving in zoeken; het is een verschuiving in hoe consumentisme is ingebed in het dagelijkse digitale gedrag.
In dit nieuwe model wordt het succes van een merk niet bepaald door volume of zichtbaarheid, maar door de waarde die het aan de conversatie toevoegt. Verkopen wordt secundair. Signaleren - met duidelijkheid, creativiteit en culturele relevantie - wordt de echte differentiator.
Lees Nina's commentaar en het volledige artikel in Vogue Business.
Foto door Borislav Maydanyuk op Unsplash